Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [21]Verwerp een [22]kettersen mens [23]na de eerste en tweede vermaning; 21. Of, mijd, schuw; dat is, heb met hem niets gemeen, laat hem heengaan, zonder met hem meer te twisten, en het heilige voor zulke honden te werpen, Matth.7:6; laat hem niet blijven in de uiterlijke gemeenschap der Kerk. 22. Dat is, die valse leer hardnekkig drijft en voorstaat, tot verontrusting en scheuring der gemeente. Zie van dit woord Hand.5:17, en Hand.15:5; 1 Kor.11:19. 23. Namelijk aan hem gedaan door de gemeente tot afstand van zijn dwalingen en scheurmakingen; zie Matth.18:17.